woensdag 9 oktober 2013

Sportdranktest door De Academie voor Leefstijl en Gezondheid

In april van dit jaar heeft de Academie voor Leefstijl en Gezondheid in samenwerking met magazine Fiets een sportdranktest uitgevoerd om o.a. de volgende vragen te beantwoorden:
  • kun je goed presteren op water?
  • welke dorstlesser is lekker ook wanneer je het langer drinkt?
  • hoeveel vocht verlies je tijdens inspanning?
 Van het onderzoek is een artikel verschenen in Fiets. Hieronder is een samenvattend filmpje van de sportdranktest.




donderdag 26 september 2013

15 november 2013 Themamiddag Zitten is dodelijk

-->
Meer dan een uur of tien per dag zitten, verhoogt de kans op sneller overlijden met 40 tot 60 procent, vergeleken met mensen die minder dan vier uur per dag zitten. De sterftekans door ‘zitten’ zit hem in de balans tussen zitten en ‘licht intensieve’ activiteiten.
Fysiologisch onderzoek heeft tot nu toe opgeleverd dat bij langdurig zitten het ‘goede ’ cholesterol (het HDL-gehalte) daalt, dat er meer vetten (triglyceriden) in het bloed komen. En ook dat de lichaamscellen minder gevoelig worden voor insuline. Een deel van die kennis is gebaseerd op onderzoek aan muizen en ratten. Het idee is dat het spiergebruik tijdens langdurig zitten zoveel afneemt dat de stofwisseling er ongunstig door verandert. Van der Ploeg: „Het grote verschil tussen zitten en staan is het gebruik van je grote beenspieren. Dat zijn de grootste spieren in je lichaam. De doorbloeding en de stofwisseling in de spier veranderen als je die spieren niet gebruikt. Daar moet het labonderzoek zich op richten. Het simpele idee is dat je zo’n grote spiergroep niet urenlang ongebruikt moet laten. Die spieren zijn gemaakt om te bewegen.”

Hidde van der Ploeg van het EMGO-instituut van het VU medisch centrum in Amsterdam is auteur van recente epidemiologische onderzoeken naar het verband tussen zittijd en sterfte
bij grote groepen mensen. Het onderwerp is de afgelopen maanden flink in het nieuws geweest. Want het roept nogal wat vragen op. Want als we minder moeten gaan zitten, hoe gaan we dat praktisch doen? Welke gevolgen heeft het voor werkgevers, werknemers en bijvoorbeeld de adviezen t.a.v. gezondheidsmanagement. En wat verandert er in de adviezen van gezondheidsprofessionals zoals de leefstijlcoach?

Op 15 november 2013 zal Hidde van der Ploeg niet alleen zijn onderzoek toelichten maar ook de verschillende praktische oplossingen bespreken waar al onderzoek naar is gedaan. In pilots leidde dit tot substantiële zitvermindering. In een afwisselend programma gaan we in discussie over de voor- en nadelen van zitvermindering en de betekenis voor ons werk en vrijetijdbesteding. We zien graag dat u als belangstellende met praktische handvatten naar huis gaat. Als is het al alleen om uw eigen zitgedrag te verminderen....

Locatie Antropia Hoofdstraat 8,  3972 LA Driebergen
Datum 15 november 2013
Inloop 13:00
Start programma: 13:30
Einde programma: 16:30
Kosten Euro 75,00 ex BTW,
studenten en oud-studenten AVLEG Euro 60,00 ex BTW

Organisator: Academie voor Leefstijl en Gezondheid
Opgave: info@avleg.nl
Meer informatie: info@avleg.nl of bel Yneke Vocking: 0634005252

woensdag 10 april 2013

Wil je je eigen mindfulness-beoefening weer opfrissen en het gevoel ervaren dat jij dit ook kunt toepassen bij je cliënt, patiënt, coachee of groep?

Kom dan naar de praktische opfris-dag in mindfulnesstechnieken voor (leefstijl)coaches en trainers. Leren door in het nu te doen en te zijn!

Je eigen beoefening is essentieel.  Toch weten we ook dat dat er vaak bij in schiet en hierdoor wordt de drempel om het met je coachee of je deelnemers in een workshop te doen hoger. De opfris-dag is bedoeld als stimulans om je beoefening weer op te pakken maar ook om zelf met collega’s aan de slag te gaan met de verschillende werkvormen. Waardoor je weer extra geïnspireerd wordt om het toe te passen bij je coachee of jouw groep.
Wat weet je al van mindfulness?
Je kent het nut van het beoefenen van mindfulness en je hebt de kalmte, ontspanning en inzichten die de verschillende technieken je kunnen brengen ervaren. Misschien heb je zelfs al wel eens een oefening toegepast bij je coachee of heb je tijdens de vergadering de stoute schoenen aangetrokken en een adempauze ingelast?

Wat gaan we doen?
We beginnen de dag met zelf Mindful worden. Daarna worden er zes werkvormen besproken en in subgroepjes uitgevoerd. Na de lunch wordt ‘wandelen in aandacht’ beoefend. In de reader vind je o.a. de zeven oefeningen die we gedaan hebben. Natuurlijk besteden we ook aandacht aan het toepassen en aan de theoretische achtergrond van de oefeningen zodat je de technieken professioneel kunt gebruiken
Wanneer?
24 mei
tijd 9.30 uur t/m 17.00 uur
prijs € 110,00 (excl. 21 %  btw, een reader met 7 werkvormen, en eenvoudige lunch, thee, fruit)
min. 12 deelnemers i.v.m. oefenen
waar: Abdij Sion www.abdijsion.nl te  Diepenveen (nabij) Deventer (ruime zaal, gratis P en prachtige sfeervolle omgeving met beukenlanen en bos en….)
twitter @avleg.nl
Wie zijn de trainers?
Marjan Hulshof (06 520 585 57) en Yneke Vocking (06 3400 52 52)
Meer weten of aanmelden? Bel ons of mail naar info@avleg.nl
Na aanmelding ontvang je een factuur die vooraf betaald dient te worden.

donderdag 24 januari 2013

Eet je gezond – voedsel als medicijn, een historisch overzicht
januari 9, 2013,
Onno Kleyn met medewerking van Yneke Vocking

Waar houdt eten op en begint de genezing? De scheidslijn tussen voedsel en medicijn is onduidelijk. Dat goed eten bevorderlijk is voor een gezond lijf en geest is een open deur. Maar kun je met voedsel een garantie kopen op een lang leven of zelfs een ziekte genezen? In de westerse geneeskunst is men uitermate terughoudend. Een blik op de bonte reeks van opvattingen en ideeën door de geschiedenis heen, als tegengif voor te hooggespannen verwachtingen.

Onduidelijkheid
Het klinkt misschien vreemd, maar er is maar weinig bekend over de effecten van voedsel op ons lichaam en onze gezondheid. Van een aantal dingen zijn we nu overtuigd dat ze slecht zijn, zoals zwart verbrand vlees. Van nog een stel weten we dat we niet te veel moeten binnenkrijgen, zoals rood vlees en de gebruinde korsten van brood, chips en patat. Maar wat is ‘niet te veel’?

Veel lastiger wordt het als het om positieve effecten gaat. Waarvan blijven of worden we gezond? Het probleem is dat onze voeding zo divers is; als omnivoren eten we een immens scala aan dingen. De mens weet te overleven in zeer uiteenlopende klimaten en omstandigheden, met uiterst verschillende voeding. Daar onderzoek naar doen – wat de basis vormt voor de wetenschap – is lastig, omdat het moeilijk is nulgroepen te vormen, zeker als dat onderzoek over langere tijd moet gaan lopen. Gegevens halen uit statistische gegevens is risicovol, omdat je niet altijd zeker bent welke kant de correlatie op werkt: mensen die veel groenten eten zijn intelligenter dan anderen, maar wat komt door wat?

Hoop
Mede doordat er geen duidelijke bewezen verbanden zijn tussen voeding en genezen, is er ruimte voor allerlei ideeën die daar juist wel van uitgaan. Het merendeel van de studies naar bijvoorbeeld het verband tussen voeding en kanker levert bitter weinig op, maar dat weerhoudt mensen er niet van allerlei diëten of ingrediënten te omarmen.

Temperamentenleer
Het is vooral de westerse geneeskunst van de laatste eeuwen die voeding en medicijn gescheiden heeft. Voor die tijd hingen ook de artsen de holistische aanpak aan, gegrondvest op de ideeën uit de Oudheid van Hippocrates en Galenus. Mensen waren in vier basistypen te verdelen, cholerisch, sanguinisch, flegmatisch en melancholisch. Volgens deze temperamentenleer werd ziekte veroorzaakt door een verstoring van de balans van elk type. De traditionele Chinese geneeskunst en die uit India, de Ayurveda, hanteren vergelijkbare principes. Ziekte is een staat van onbalans, en het evenwicht kan hersteld worden met medicijnen en de juiste voeding. Wie er op een vrijblijvende en smakelijke manier aan wil snuffelen, kan in Den Haag terecht bij Han Ting Cuisine, het onlangs met een Michelinster gekroonde restaurant. Dat biedt een kruidenmenu aan dat bestaat uit vijf gerechten die zijn gericht op het hart, de lever, de nieren, de milt en de longen.

Granen, nee, vlees!
In de 19e eeuw leverde de Duitse chemicus Justus Liebig een grote bijdrage aan de wetenschap door alle voedsel in te delen in koolhydraten, vetten en eiwitten (en kunstmest uit te vinden). Maar hij ging verder en besloot dat vlees de beste voeding was, aangezien het alle goede dingen van planten in zich droeg. Om de volksgezondheid te bevorderen werkte hij lang aan een vleesconcentraat, Liebig’s fleisch extract, dat in 1865 op de markt kwam en de armen voor weinig geld de zegeningen van dierlijk eiwit moest brengen.

John Harvey Kellogg was later in de 19e eeuw een overtuigd vegetariër. Hij vond dat koolhydraten de mensheid zou behoeden voor ziekte (en zedelijk verderf, vooral door seks) en propageerde de net uitgevonden ontbijtgranen.

Vitaminegeloof
Rond 1920 werden de vitamines en het belang ervan ontdekt, wat in de jaren ‘30 en ‘40 tot een hype leidde. Vitamine A werd verplicht aan margarine toegevoegd, ook al kwamen tekorten eraan niet voor. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Amerika in de ban van vitamine B. ‘Vitamins will win the war’ was een slogan van het War Agency. Het geloof in vitamines, quasi-magische stoffen die iedereen nodig heeft, nam snel de vorm aan dat je er maar beter veel van kon eten. Dat beeld klopt niet, kan zelfs gevaarlijk zijn, maar blijft uiterst hardnekkig. De omstreden orthomoleculaire therapie gaat ervanuit dat ziekte genezen kan worden door hoge doses vitaminen en mineralen.

Moermanmethode
In 1939 ontwikkelde de huisarts en duivenliefhebber Cornelis Moerman een dieet tegen kanker dat hij baseerde dat op de waarneming dat duiven de ziekte nooit krijgen. De belangrijkste kenmerken waren geen vlees, vis, aardappelen en suiker, en aanvankelijk ook geen koffie, thee en water (!), maar wel peulvruchten, zilvervliesrijst, groenten en veel (sap van) citrusfruit.

De internist Hans Houtmuller ontwikkelde het dieet verder en beweerde in de jaren negentig zichzelf ermee van niet-behandelbare kanker te hebben genezen, iets waar hij later op terugkwam.

Paleo en rauw
Sommige mensen zijn ervan overtuigd dat het voedsel van de mensheid van voor het ontstaan van landbouw en veeteelt superieur was. Maar waaruit bestond dat ‘paleodieet’? Men wordt het er niet over eens. Een van de loten aan die stam is dat van het raw food. Rawfoodies – recent nog in het nieuws door de moeder die haar zoon ermee opvoedt – wijzen alle voedsel af dat verhit is tot boven de lichaamstemperatuur, en ook granen, vlees en zuivel. Andere paleodieetadepten menen juist dat veel vlees of vis de sleutel is voor een lang en gezond leven.

Vasten en ontgiften
In plaats van speciaal voedsel tot je te nemen, zijn er ook mensen die menen dat je gezond wordt door er juist vanaf te zien. Wetenschappelijk zijn er nooit positieve fysiologische effecten gemeld van vasten (maar misschien morele wel?). Bij ‘ontgiften’ of ‘detoxen’ en ‘ontslakken’ wordt er van uitgegaan dat ons lichaam zich in het gewone leven onvoldoende ontdoet van kwalijke stoffen uit bloed en darmen, en dat dat via een speciaal dieet of door vasten wel gebeurt. Ook daarvoor bestaat geen wetenschappelijke basis.

E-nummers en aspartaam
In de strijd om algehele gezondheid om om ziekten te genezen kun je in plaats van (bijna) alle voedsel afwijzen ook alleen bepaalde dingen weglaten. Zo kwam in de jaren ’90 een angst tegen ‘e-nummers’ op. Ook heel wat gewone voedingsstoffen hebben zo’n e-nummer, wat slechts betekent dat het een door de Europese Unie toegelaten toevoeging is. De vrees gold vooral kleur-, geur- en smaakstoffen van chemische oorsprong. Ook suikervervangers als aspartaam worden voor velen – maar zelden door wetenschappers – als verdacht gezien.

Wondervoedsel
In de jaren negentig was er een nieuw gezondheidsgeloof: dat in de antioxidanten, stoffen die de gevaarlijke ‘vrije radicalen’ in het lichaam bestrijden. Groenten en fruit met een hoog gehalte aan antioxidanten, zoals vitamines A, C en E zouden beschermen tegen vooral kanker. Maar al snel bleek dat een teveel aan die antioxidanten erger is dan de kwaal.

Regelmatig komen er berichten over de zegende effecten van bepaalde dingen, groene thee, frambozen, chocolade. Maar steevast blijkt het gebakken lucht.

Functional foods
De voedingsindustrie is permanent op zoek naar producten met een toegevoegde waarde. Ziekten voorkomen of zelfs genezen kan grote winsten opleveren. Was tot niet zo lang geleden de markt redelijk vrij voor het maken van claims, inmiddels is dat niet meer zo. Alle kreten en beweringen moeten onderbouwd zijn door gedegen wetenschappelijk onderzoek. De claims van de makers van probiotische yoghurt zijn door de European Food Safety Authority niet als geldig erkend. Zij vielen dan ook terug op vaagheden als ‘versterkt de algemene weerstand’. Die van Becel pro.activ – ‘verlaagt het cholesterol’ – wel; het is bewezen dat de margarine het slechte cholesterolniveau in ons bloed verlaagt. Causaal bewijs dat cholesterolverlaging hart- en vaatziekten vermindert is echter nooit geleverd. De hypothese dat cholesterol van invloed zou zijn ontmoet kritiek in de wetenschap.

Een mogelijk probleem van functional foods is dat ze ‘voor de zekerheid’ gebruikt worden door mensen die niet aan een kwaal leiden. Vandaar dat Foodwatch vorig jaar pleitte voor een verbod op de verkoop van Becel pro.activ; het product zou alleen op doktersrecept verkrijgbaar moeten zijn. De aangespannen rechtszaak daarover werd door Foodwatch verloren.

Persoonlijke aanpak
Als nieuw gebracht maar eigenlijk zeer oud is de gedachte dat een ideaal voedingspatroon persoonlijk is. Tot nog niet eens zo lang geleden waren er artsen die het oude idee verdedigden dat een boer of arbeider andere, grovere kost nodig had dan de aristocraat of opgeleide burger, omdat hij luxe ingrediënten als witbrood en asperges eenvoudigweg niet kon verteren, terwijl omgekeerd het blauwe bloed niet overweg kon met knollen en bonen. De hedendaagse versie van die gedachte vind je bijvoorbeeld bij het bloedgroependieet, waarbij je bloedgroep bepaalt wat je wel en niet mag. Er zijn bedrijven die aanbieden je bloed te onderzoeken en op grond daarvan het ideale dieet samen te stellen; voor de leek misschien overtuigend, maar wetenschappelijk nog niet hard te maken. Het wachten is op de volgende stap: van bloedonderzoek naar de bepaling van je DNA-profiel. Bezwaar is echter dat we de verbanden tussen voeding en de immense schakering aan mensen nog nauwelijks kennen.

Let op vet, nee, koolhydraten!
In 1992 startte het Voedingscentrum een campagne met als titel ‘Let op vet!’ Een teveel aan vet in ons voedsel zou kwalijk zijn voor onze gezondheid en de reden zijn voor de oprukkende obesitas. Later kwam het inzicht dat de aard van het vet een belangrijke rol speelde; onverzadigd zou beter zijn dan verzadigd. Maar inmiddels wordt er binnen de wetenschap getwijfeld over de slechte invloed van verzadigd vet.

Aanvankelijk propageerden vooral dieetgoeroes het vermijden van koolhydraten als afslankdieet. Inmiddels is er een groeiend aantal voedingsdeskundigen dat meent dat het vooral koolhydraten zijn die ons insulinehuishouding van slag brengen en daardoor de deur opzetten voor overgewicht en de kwalen die die conditie met zich meebrengen. Suikers, granen en andere bronnen van makkelijk opneembare koolhydraten worden steeds wantrouwender bekeken.

Of wacht, het zijn de vezels!
Voedingsvezel lijkt de nieuwe hype in de wereld van voedingsadvies te zijn. Fermenteerbare of oplosbare en niet fermenteerbare of niet oplosbare vezels, die uitsluitend in plantaardige ingrediënten zitten, blijken zeer belangrijk, niet alleen voor het functioneren van onze ingewanden, maar voor ons algehele welzijn. Waar tot vijf jaar geleden bij de staatjes voor voedingswaarden op producten en bij recepten alleen calorieën, koolhydraten, eiwitten, vet (tegenwoordig uitgesplitst) en zout werden vermeld, is daar nu voedingsvezel bij gekomen.

Toekomst
De inzichten en kennis omtrent voeding veranderen per decennium, per jaar, per maand soms. Hoe zal de voedingswetenschap over een generatie kijken naar onze opvattingen over gezond eten? We weten het niet. De kans dat er echter een ingrediënt wordt ontdekt of een product wordt ontwikkeld dat de Bron van de Eeuwige (Gezonde) Jeugd blijkt, is miniem. Vandaar dat het advies blijft toch vooral gevarieerd te eten, met flink groente en fruit, en matigheid te betrachten. Verder speelt het lekker maken van de maaltijd en de sociale context – met anderen eten, er genoegen uit halen – ook een positieve rol bij het onderhouden van de gezondheid.

zondag 2 september 2012

Wilskracht is een spier



Sommige boeken kun je vaker lezen. Dat geldt ook voor Wilskracht, want het is eigenlijk een lekker lezend studieboek.
Volgens het boek bepalen IQ en zelfcontrole het succes in ons leven. Maar alleen zelfcontrole is te trainen, net als een spier. Iedere ochtend, ten minste als we goed geslapen hebben en na een goed ontbijt, is onze wilskracht weer opgeladen en gebruiken we het om verleidingen te weerstaan. Zo knokken we iedere dag ongeveer vier uur om niet te snacken, niet weg te dromen achter de PC, goede keuzes te maken, sociaal te zijn en ga zo maar verder. Dat valt niet mee. Onderzoek laat zien hoe glucose onze wilskracht voedt. Voldoende glucose zorgt ervoor dat je langer door kunt gaan. Het is kortom de energiebron van onze wilskracht. Alleen al om die reden is een goed eetpatroon belangrijk om ‘sugardips’ te voorkomen.

Wat maakt dit boek zo interessant voor leefstijlcoaches?
Naast de mooie voorbeelden van uitzonderlijke mensen, die wilskracht gebruiken voor hun vaak bizarre prestaties, zijn het vooral de ingrediënten die wilskracht voeden en die je als leefstijlcoach kunt gebruiken. Verstopt in het boek vind je eigenlijk de ingrediënten die ervoor zorgen dat leefstijlcoaching werkt b.v. kies een doel en beperk het tot één doel, want te veel tegelijk doen vreet aan dezelfde beperkte wilskrachtbron. Afvallen in combinatie met een nieuwe baan en verhuizing gaat niet werken!
Als je een doel hebt werkt het beter als anderen dat ook weten, dus publiek maken “dit ga ik doen!” zorgt dat je zelfcontrole toeneemt.
Over planning: houd er rekening mee dat je bijna altijd te positief bent over de tijdsperiode waarin je het doel bereikt. Vraag daarom aan anderen om jouw doelstelling te beoordelen.
Maar ook monitoring; een keer per week op de weegschaal is goed, maar iedere dag is beter! Opschrijven wat je doet in een logboek zodat het jouw aandacht heeft is ook een vorm van monitoring en helpt je om focus te houden op wat je belangrijk vindt.
Verder helpt het je om je acties zo SMART mogelijk te maken zodat er niet aan valt te ontkomen. Bijvoorbeeld “vandaag bel ik om 10:00 uur met Brenda om … te bespreken”. Een doel dat niet SMART is gemaakt valt nauwelijks te bereiken.
Vrienden en sociale steun kunnen je helpen om door te zetten. Je kunt je vrienden gebruiken om afspraken mee te maken, b.v. een herinnering dat je om vier uur samen gaat wandelen per sms. Internet en apps helpen je ook steeds meer (websites worden in het boek genoemd). Gebruik regelmatig kleine beloningen want dat voedt je wilskracht en zorg voor een grote beloning als je het einddoel bereikt.

Voor de leefstijlcoach is het prettig snuffelen in dit boek op zoek naar tips en tricks die je kunt inzetten. Daarom loont het de moeite om het als studieboek te gebruiken op zoek naar een nieuw coachingspareltje. Daarnaast is het ook wel eens prettig om te lezen dat niet alles leuk hoeft te zijn, maar dat het ook belangrijk is om gewoon de handen uit de mouwen te steken en aan te pakken. Het boek is daarin een reactie op het adagium “If it feels good, do it”. Persoonlijk spreekt mij dat wel aan, maar ik vind Karakter van Bordewijk dan ook een prachtig boek. Discipline en wat weerstand trainen de wilskracht, niet waar?

Kees der Weduwe

Wilskracht van Roy Baumeister en John Tierney, must read voor leefstijlcoaches.



donderdag 23 augustus 2012

En wat vindt fysiotherapeut Linda van de opleiding?


De eerste groep is leefstijlcoach met een diploma!
Linda Broersma (49): “Als fysiotherapeut en docent bewegen begeleid ik groepen uitkeringsgerechtigden om te werken aan een gezondere leefstijl, verbeterde fitheid en individuele competenties. Maar langzamerhand had ik behoefte aan verdieping op het gebied van voeding en van coaching. Daar heb ik in de opleiding veel over geleerd. Maar ik deed het er niet even bij. Naast de lessen was ik zeker een dag in de week aan het studeren.
“Ik sta nu anders in mijn vak, heb een visie kunnen ontwikkelen en handvatten gekregen om het coachingstraject aan te pakken. Dit najaar begin ik in een bedrijf met het coachen van 25 werknemers: leefstijlcoaching op individuele basis. Ik kan de nieuwe vaardigheden dus meteen toepassen in mijn werk. Dat is natuurlijk heel interessant.”